De leefbaarheid in achterstandswijken, de zogenaamde Vogelaarwijken (vernoemd naar de aanpak van achterstandswijken door minister Ella Vogelaar) zoals Moerwijk gaat achteruit.

Hierdoor nemen de verschillen tussen goede en slechte wijken snel toe. In deze achterstandswijken wonen ook meer kwetsbare mensen met bijvoorbeeld psychische of financiële problemen of een verstandelijke beperking, blijkt maandag uit een onderzoek van Aedes, de koepel van woningcorporaties.

Wijken met veel corporatiewoningen zijn gemiddeld minder leefbaar dan andere wijken. Er wonen zo’n anderhalf miljoen mensen in wijken met ten minste twee derde corporatiewoningen.

Van deze groep heeft 1,8 procent last van psychiatrische problemen. Dat aandeel is bijna drie keer zo groot als het landelijke gemiddelde.

Ook heeft 24 procent van de inwoners van deze wijken een verstandelijke beperking, terwijl het landelijke gemiddelde op 9 procent ligt.

Investeringen in ‘Vogelaarwijken’ hadden niet het gewenste effect
De groei van het aandeel kwetsbare huurders leidt tot extra problemen, constateert Aedes. De instroom van kwetsbare huurders in deze wijken neemt volgens de koepelorganisatie alleen maar toe.

Het gaat volgens de woningkoepel veelal om wijken die voormalig minister Ella Vogelaar al in 2007 definieerde als moeilijke wijken. Zij introduceerde een plan om de leefbaarheid in deze wijken te vergroten, maar dit initiatief lijkt dus niet het gewenste effect te hebben gehad.

Corporaties en gemeenten maken sinds 2015 prestatieafspraken over de genoemde wijken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de betaalbaarheid van de woningen, de leefbaarheid en investeringen in nieuwbouw of verduurzaming.